Tiana van Grinsven, voorzitter kernbestuur: “Een nieuw jaar, waarin we volle kracht vooruitgaan met G’oud: een beweging waar we samen aan werken. We ontwikkelen ons van ‘zorg voor ouderen’ naar ‘ouderen hebben een goed leven’. Waarbij ouderen bij voorkeur in hun eigen woonomgeving blijven wonen en meer zelf sturen om de gewenste zorg en welzijn te organiseren. Vanuit eigen regie en/of met ondersteuning van hun omgeving. Om daarin voortgang te boeken, heb je iedereen hard nodig. Natuurlijk draait het om ouderen. Maar het vinden van nieuwe mogelijkheden kan niet zonder de inzet van een ieder. Denk aan de inzet van naasten, vrijwilligers, zorgorganisaties, huisartsen, corporaties, welzijnsorganisaties en gemeenten. Iedereen wordt van harte uitgenodigd zich aan te sluiten bij G’oud.
Nieuwe ontwikkelingen
Eind 2024 hebben we als G’oud een IZA-aanvraag ingediend. Daarin zoomen we in op de aanpak in buurten en wijken. Dat vraagt de inzet van veel verschillende soorten organisaties zoals bijvoorbeeld welzijn, gemeente, huisarts en woningcorporatie. Deze brede samenwerkingsbeweging faciliteren we met G’oud. Daarbij is het zowel van belang om de ruimte te zoeken en met elkaar in beweging te blijven, als focus aan te brengen in de thema’s die we belangrijk vinden en een gezamenlijk succes worden. Die focus brengen we aan met de breed vertegenwoordigde programma- en projectenstructuur. Aan de hand daarvan bepalen we waarop we inzet vragen. Want we realiseren ons heel goed dat nieuwe ontwikkelingen energie en afstemming kosten. Wij willen allemaal onze tijd en energie goed en gericht besteden om de inwoners in buurten wijken te bereiken.
Samen leggen we de basis voor vooruitgang
G’oud groeit door. Inmiddels hebben meer dan 20 organisaties en 7 gemeenten zich aangesloten. Daar zijn we trots op en dat stimuleren we. Want iedereen doet mee. Tegelijkertijd brengt dat gezamenlijke uitdagingen met zich mee. Als kernbestuur hebben we de verantwoordelijkheid om de beweging in beweging te houden en alle leden zoveel mogelijk te blijven betrekken. Daarom hechten we veel waarde aan de ledenvergaderingen. Twee keer per jaar komen we bij elkaar. Niet alleen voor besluitvorming, maar vooral ook voor inspiratie en uitwisseling. Dat zijn belangrijke ontmoetingsmomenten, waarbij mensen elkaar persoonlijk spreken. Net als voor het bestaan van G’oud, in de tijd van de ‘tafels’. Iedereen ‘schuift aan’, praat mee en doet mee, ieder naar eigen vermogen en draagkracht, maar altijd betrokken. Dat is de basis voor de vooruitgang naar de noodzakelijke veranderingen.”