De Sociale Benadering Dementie (SBD) laat al meerdere jaren zien dat zij veel betekenis toevoegt aan het leven van mensen met dementie en hun naasten. Deelnemers blijven vaker actief in hun eigen omgeving en kunnen doorgaans langer thuis blijven wonen. Mantelzorgers ervaren meer steun, erkenning en verlichting.
Het project, een pilot van Evean, Waterland Welzijn en De Zorgcirkel, heeft deze mensgerichte benadering als uitgangspunt gekozen. Hoe is dat tot stand gekomen en wat zijn de vervolgstappen voor volgend jaar? G’oud sprak met Rianne Elderhuis, projectleider Sociale Benadering.
Start van drie teams (december 2024–2025)
In december 2024 zijn in Purmerend en Wormerveer drie teams Sociale Benadering gestart, vanuit dagbestedingslocaties van De Zorgcirkel, Evean en Waterland Welzijn. Elk team bestaat uit een casemanager, een medewerker dagbesteding, een ambulant begeleider en een teamlid zonder zorg- en welzijnsachtergrond.
De kern van het traject was het implementeren van het gedachtegoed van de Sociale Benadering (zie onderstaand kader met de kernthema’s). Hoewel de disciplines al samenwerkten, gebeurde dit nog niet via structurele multidisciplinaire overleggen en casuïstiekbesprekingen. Daarom is vanaf de start gericht geïnvesteerd in gezamenlijke scholing en verdieping van de Sociale Benadering, wat tegelijkertijd leidde tot een sterkere en beter geïntegreerde multidisciplinaire samenwerking.
In 2025 zijn ongeveer 60 mensen met dementie en hun naasten begeleid, gemiddeld 20 per team. Zo’n 14 trajecten zijn inmiddels afgerond, onder andere door opname of start van dagbehandeling.

Wat levert casuïstiekbespreking binnen zo’n multidisciplinair team op?
“De meeste professionals geven aan dat de Sociale Benadering hen nieuwe inzichten biedt. Ze kijken bewuster naar de mens en het leven dat iemand wil leiden, naar zelfvertrouwen, gelijkwaardigheid en zingeving, en reflecteren meer op hun eigen werkwijze.”
Hoe heeft dit verschil gemaakt in de praktijk?
“In de praktijk blijkt dat deze werkwijze het perspectief van het gehele team verrijkt en verbreed heeft. Teamleden kijken bewuster naar de sociale rollen, bronnen van betekenis en relaties die iemand vormen, en gebruiken die inzichten om begeleiding nauwer te laten aansluiten bij iemands leven. Dat uit zich in uiteenlopende voorbeelden – van het ondersteunen van een ouderrol binnen gezinnen tot het zoeken naar kleine, passende vormen van betrokkenheid in de omgeving.
Deze verschuiving zorgt voor meer gelijkwaardigheid in het contact met mantelzorgers en in de dynamiek binnen gezinnen. Doordat disciplines elkaar sneller weten te vinden en elkaars blik kennen, ontstaat meer begrip, verdieping en nuance in de begeleiding. De gezamenlijke reflectie heeft bovendien een kompas opgeleverd dat helpt om steeds opnieuw terug te gaan naar de vraag wat voor deze persoon, in deze fase, werkelijk van waarde is. De Sociale Benadering maakt zo zichtbaar wat vaak onderbelicht blijft: de mens achter het dossier, met zijn geschiedenis, relaties en zingeving.”
Hoe reageerden de teamleden?
“De teamleden gaven terug dat ze blij zijn met deze manier van samenwerken en dat het toegevoegde waarde oplevert. We gaan volgend jaar dan ook door met deze teams en willen de nieuwe werkwijze verder borgen.”
Wat zijn de plannen voor volgend jaar?
“Wij willen ambassadeurs opleiden die het gedachtegoed van sociale benadering naar meer teams in de regio brengen. Daarnaast willen we een netwerkteam opzetten: een interventieteam dat standaard als eerste langskomt zodra iemand de diagnose dementie krijgt. Dat team gaat in gesprek over het sociale netwerk en ondersteunt mantelzorgers, zodat de situatie vroegtijdig zo stevig mogelijk wordt. We kijken hoe (sociale) activiteiten kunnen doorgaan, verkennen wijkmogelijkheden en wijzen de weg naar welzijn en zorg. De ambitie is om dit in nauwe samenwerking met welzijnspartijen in de regio te doen.”
Hoe verhoudt deze aanpak zich tot community care en positieve gezondheid?
“De sociale benadering sluit nauw aan bij community care en positieve gezondheid. Die bewegingen versterken elkaar door integraal naar iemands leefwereld en veerkracht te kijken.”
Wat heb jij als projectleider geleerd?
“Wat mij vooral is bijgebleven, is hoe belangrijk het is om flexibel te kunnen schakelen tussen verschillende rollen. In de opstartfase merkte ik dat vragen en kritische geluiden soms vragen om helderheid en richting, maar dat het net zo waardevol is om ruimte te laten voor lokale ideeën en het enthousiasme van teamleden.
Gaandeweg heb ik ervaren dat een open, procesgerichte houding helpt om vertrouwen te bouwen en gezamenlijk verder te komen. Die balans – richting geven waar dat nodig is en meebewegen waar dat kan – blijkt een belangrijke voorwaarde om draagvlak te creëren en de kracht van het team volledig tot zijn recht te laten komen.”
Wat hoop je over een jaar te zien?
“Ik hoop dat het netwerkteam een vaste plek heeft, dat welzijnspartners structureel meedoen en dat we regionale scholingsmomenten hebben georganiseerd. Idealiter fungeren de drie teams dan als voorbeelden: ze coachen andere professionals en verspreiden het gedachtegoed, zodat we met kleine, haalbare stappen een domeinoverstijgende aanpak realiseren die zwaardere zorg voorkomt.”